donderdag 15 december 2016

ALBERT HELMAN - Reisbrief




REISBRIEF

Van onze correspondent

Hier, waar 't met Kerstmis zomer is
en 't vogelkwelen vromer is
dan 'Stille Nacht' of 'Kyrie-eleis',
heb ik weer eens aan 'ginds' gedacht
en voor een keer in vers gebracht
wat dient gezegd artikelwijs.

Al past het ook niet voor de krant,
men gun' wat aan een vaste klant
en aan zijn eigenaardigheid.
Ik ben poëtisch aangedaan
-wat 'mexicaans' welteverstaan-
zij 't slechts met proza-vaardigheid.

Toch is zo'n Kerstmis zonder kou
en zonder sneeuw, met hemelblauw,
iets anders dan het feest 'daarginds',-
iets als een doordeweekse dag
met veel rumoer en dom gelach;
verdrietig toch, al lijkt het kinds.

De Mexicaan maakt krib noch stal,
want hier is meestal het geval
dat de indio veel slechter huist
dan os of ezel 't elders doet,-
wijl hij zijn strohut delen moet
met al het vee dat hem verluist.

En van een kerstboom komt niet veel;
te schamel is het aardse deel
van wie 't niet bracht tot Generaal;
want is men hier niet welgesteld,
dan koopt men voor hetzelfde geld
een maandlang zich een middagmaal.

De rijken hebben ze ingericht
van blik, en met electrisch licht;
dat geeft de ware stemming niet.
Zo'n veramerikaanste den
maakt dat ik liever eenzaam ben
en van de kale muur geniet,

terugdenk aan zo menig feest
dat knus, intiem, blij is geweest.
De kachel snorde, iemand zong,
de kaarsjes brandden tussen 't groen;
bezoek, geschenken, en een zoen,
geur van gebraad dat binnendrong...

Zo gaat het als je ver van honk
je leven aan het zwerven schonk;
dan zie je veel en mis je veel.
Al reis je ook de wereld rond,
daarvoor betaal je 't volle pond.
Ach, kerstmis maakt sentimenteel...

Dit is geen Kerstmis. 't Is een dag
als iedere andere. Loop en lach
en doe als weet niets ervan.
Straat-in, straat-uit. Verveel je dood.
Je ontmoet misschien een lotgenoot
en houdt je groot: "Kom, wees een man!"

De kroeg die je thans binnengaat
(op een gewone dag versmaadt)
is druk nu, en een oord van troost.
'Daarginds', zit men gezellig thuis
en kluift een kerstgans als een struis,
men keuvelt en men minnekoost.

Hoor...de marimba in de straat
speelt 'La Paloma' zonder maat.
Dat lied zong men voor jaren al,
toen ik een kleine jongen was,
Mama een kerstverhaal voorlas
en 'Stille Nacht' zong bij de stal.

Hoe burgerlijk, hoe religieus...
"Kom, wees een man!" is nu de leus...
Bij God, ik bleef nog steeds een kind.
Met Kerstmis schijnt zo menigeen
weer kind te worden als voorheen,
wijl men terugdenkt en bezint.

Wijl het verleden plots weer trekt
en de eenzaamheid herinnering wekt
en gaarne idealiseert.
Thuis was het ook geen koek en ei;
in Holland leef je vrij en blij
zolang je maar niet rebelleert,

maar als je met een dwarse kop
de brui eraan geeft, is een strop
of weggaan nog je laatste keus.
Ik koos het laatste, ben nu hier;
een gek die denkt: voor mijn plezier.
Verbanning is 't -dat meen ik heus.

En niet omdat het Kerstmis is
en ik de warme pudding mis
of tussen Mexicanen loop,
zie ik het zo; en morgen weer
als was 'k opnieuw de trotse heer
die wegholt van de grote hoop.

Ik voel me werkelijk heel klein.
Het moet “daarginds” heus beter zijn.
Maar enkel heden, - zónder mij.
Zo is de mens. Waar hij niet is,
wacht zijn geluk; en waar hij is
loopt hij het achteloos voorbij.

Zodat ik maar besluit vandaag
een stuk te drinken in mijn kraag
en te vergeten wat ik ben:
een zwerver zonder Kerst of krans,
geen lied, geen lief, geschenk noch gans,
noch stal, noch kaarsenlicht, noch den.

Vergeten dat in Mexico
haast iedere moeder baart op stro
en in een wankele augiasstal.
’t Is haast voorbij. Vrede op aard…
Het is de borrel nauwelijks waard,
‘k ben maar een alledaags geval.

Het gekke is, dat millioenen net
als ik nog naar wat kerstmispret
gehunkerd hebben als een kind.
De Kerstman? Hij is een soldaat.
Voor ’t nieuwe jaar een handgranaat
is wat je aan de kerstboom vindt.

Daarom is het oprechter zo,
om Kerstloos als in Mexico
het leven op te vatten.
Er is geen hoop op vrede meer.
In Holland is het hondenweer.
Nu ga ik mij bezatten.


Uit: Verzamelde gedichten.
Orion-Colibrant, 1979.
Foto: Onbekend



www.alberthagenaars.nl