donderdag 28 maart 2013

CHRISTINA GUIRLANDE - Kinderkerst




KINDERKERST

Vier weken voor Kerstmis, de eerste zondag
van de wachtende advent. Dat Hij zou komen
telden we in weken, uren, sneeuwverhalen,
in avonden die almaar langer duurden.

Er was geen licht in huis dan van de kaars
die nevels walmde om ons ongeduld. En
buitenshuis bleef alles aardedonker, het licht
verbannen naar een verre tijd.

Dan werd de boom gezet: een dennentak
in een klomp klei, met glazen vogeltjes
en echte lichtjes opgetuigd. Ernaast
een emmer voor een nog te blussen brand.

De stal, -zonder het Kind-, Maria, Jozef,
de gedweeë dieren, een herdertje met een
gebroken been, een voorzaat van het toen nog
ongekende Herdertje van Pest.



'Het herdertje van Pest' waar ik naar verwijs is een berijmd verhaal (104 strofen van 6 regels) van Anton Van Wilderode. Dat herdertje beschrijft de Hongaarse opstand van 1956. Ik bedoel met die laatste strofe van mijn gedichtje over mijn Kinderkerst in oorlogstijd dat er jammer genoeg altijd 'herders' (dichters?) zullen moeten vertellen over onvrede en oorlog.
http://users.skynet.be/guirlande



www.alberthagenaars.nl

dinsdag 19 maart 2013

PHILIPPE CAILLIAU - Met kerst was het behang




MET KERST WAS HET BEHANG

Met kerst was het behang te vuil.
Dus moest dringend papier gekocht.
Er was wat sneeuw – die werd geruimd.
De boom met vuur en drift en gloed:
het leek de feestverlichting wel.

De gele vlam kon bij het lint en liet,
als waren het sacrale broodjes zonder wijn
of vis, het droge pakpapier wat knapperen.

Eén emmer water en: weg narigheid. De tijd te
heet, te koud, een schreeuw te goor voor woorden.
De sponde zonder stro. Een kribbe zonder.

Decembermaand: behang te grijs. Elk jaar
met kerst opnieuw te grijs. Voor onbegonnen
werk waren papier en fikse ruzie klaargestoomd.
Geslepen werden scharen tot ze degens
waren. Elk scheldwoord moest tot enkelvoud
versneden: die dag bekroop hem niet
de lust tot pappen of tot lijmen.

Met kerst hingen, tot nader order rimpelig,
zijn ballen weer halfstok. Door trammelant
was toch de gasverwarmer droog geblazen.

Gewetensvol mat hij een gat voor elke spijker.
Op deze dag van vredigheid versierde hij
zijn kerkse hals met rode slingers en verborg
de enterhaak waaraan hij ‘t liefst gehangen had.



Foto auteur: © Albert Hagenaars, 2013.

www.alberthagenaars.nl

woensdag 6 maart 2013

VICTOR VROOMKONING - Drie koningen



DRIE KONINGEN

Ik loop nog eenmaal om het lege
huis, kijk naar binnen. Zie ik
jou daar knielend naast Caspar-
met-de-zevenmaalgelijmde-kop?

Elke dag liet je ze dichter bij
het kind, jij was hun ster.
In drie weken trokken ze van
zolder met je mee via serre

naar de kribbe op de kast. Je geloof
lag in je daden. Met tafelkleed,
gordijnen, moeders onderrok, trans-
formeerde jij ons tot wijzen.

Verbeelding krijgen kinderen van
vaders die kinderen van vaders bleven.



Uit: Ommezien, De Arbeiderspers, 2008.
Foto: bewerking van een opname van Harrie Lagarde.


www.alberthagenaars.nl

ALBERT HAGENAARS - Winter 2003



WINTER 2003

Takken worden balken in vaders kerststal
op het dressoir en het riet van zijn dak
dat we zwijgend in de polder sneden
biedt zekerheid voor alle vragen van later.

De herders staren naar moeder in de keuken,
als een moeder gelukkig voor vele nieuwe jaren,
onwetend van haar kalmerende kanker, die onze
nooit gevoerde gesprekken nog steeds verdiept

En de koningen, elk gedreven door eigen angst,
verhalen van een ster maar bedoelen troost.
Het meest weten de beesten, alleen zij nemen
net als het kind waar wat werkelijk voorvalt:

hoe uur na uur, eeuw na eeuw, een dunne laag
woestijnzand zich op de kribbe afzet, zand
uit het tweestromenland, rood en plakkerig,
van duizend verlangens en dat ene.



Uit: Drijfjacht, Doorgeverij Zinderend, 2005.
Foto auteur: Siti Wahyuningsih.


www.alberthagenaars.nl